Een foto-log. Selectie uit een groot archief met beeldmateriaal van een leven op het water. Altijd op zoek naar nieuwe beelden en nieuwe verhalen. Soms met weinig woorden.
fotografie © dirk van driel tenzij anders . . chronologische versie (pdf)
.
Even boodschappen doen ? Of is de brug te laag voor de auto ? De Franse spits Flore parkeert de auto op het sluishoofd. Zo gaat dat in Frankrijk. Van de omheining rondom de sluis zit één balk los om weg te kunnen rijden, moet je net even weten. Heerlijk schouwspel en geen enkele haast.
Even voorbij Vailly-sur-Aisne gaat het kanaal over in de rivier de Aisne met de fraaie trapsluis van Celles. Nog een kleine zestig kilometer met de Aisne naar de Oise. Mooi afmeren aan het eiland tussen kanaal en rivier.
Richting de Oise volgt twintig kilometer na Berry-au-Bac een volgende splitsing bij Bourg-et-Comin. Dit is de afslag naar het Canal du Nord en de andere kanalen naar het noorden. We komen eindelijk weer wat beroepsvaart tegen, 5 tot 7 spitsen per dag. Staalrollen worden vervoerd vanuit Nederland en Belgie naar Reims en verder. Graan wordt mee teruggenomen, onder andere voor de Bavaria-brouwerij in Lieshout. De silo op de foto is overwoekerd en buiten bedrijf. De kont van de lege spits Adio is flink geballast om met de stuurhut onder de lage vaste bruggen van 3.50m te kunnen varen. En dan maakt de hoge kop nog meer indruk... (locatie)
Zowel Bourg-et-Comin als de volgende vijftien kilometer naar Vailly-sur-Aisne bieden mooie afmeermogelijkheden. Velden met klaprozen kleuren het zacht glooiende landschap. Her en der een abdij of een kerk die het oorlogsgeweld hebben overleefd. Het kanaal bevindt zich in een prima staat en dat heeft alles te maken met de aanwezigheid van beroepsvaart.
De Aisne komt bij Compiègne uit in de rivier de Oise, die weer uitkomt in de Seine, westelijk van Parijs. Bij Berry-au-Bac bevindt zich de voor de beroepsvaart belangrijke afslag naar het zuiden, naar Reims en de rivier de Marne (de kortere route naar Parijs). Met deze vrij nieuwe draaistokken kan de keuze gemaakt worden. De sluis richting de Marne en de sluis rechtdoor naar de Oise liggen vlak bij elkaar. De sluiswachter van Berry-au-Bac is kennelijk wegbezuinigd.
Onder zeer eenvoudige omstandigheden wordt hier een schip ingekort. Het bassin (de wachthaven) van Berry-au-Bac is leeg, de fabriek is afgebroken. Dit is een braakliggend terrein. En dan doet niemand daar kennelijk moeilijk over. Het lijkt er op dat het mobiele scheepsreparatiebedrijfje Siméon hier nog twee keer een kraan moet laten komen. Of opbokken en een kar eronder...?
Langs de rivieren de Aisne, de Maas en de Marne, die in het noordoosten van Frankrijk een soort natuurlijke barrière vormen, is in beide wereldoorlogen krankzinnig gevochten. Veel dorpen en stadjes zijn in die tijd volledig verwoest. Sommige kerken zijn tot twee keer toe kapot geschoten. In de jaren '50 zijn in deze omgeving nieuwe kerken regelmatig uit beton opgetrokken, niet alleen praktisch en goedkoop, het was ook een trend in de architectuur van die tijd. Condé-sur-Suippe ligt aan het Canal lateral à l'Aisne waarin het Canal des Ardennes bij Asfeld is overgegaan. De torenspits is uitgevoerd in beton...met gaten....
Kenmerkend voor het Aisne-gedeelte van het Canal des Ardennes zijn de silo's die opeens uit het niets in de wildernis omhoog schieten als machtige kathedralen. En vaak in bijzondere architectuur. De silo van Asfeld toont overeenkomst met een enorm kerkgebouw (locatie). Veel silo's zijn inmiddels niet meer in gebruik of afgebroken. Degenen die nog in gebruik zijn worden door vrachtwagens bediend. Voor de spitsenvaart is het hier vrijwel gedaan, helaas...
In april 2023 werd deze spits uit Maasbracht nog gespot bij de silo van Acy-Romance (Rethel). Foto van Facebook.
Tussen Rethel en Asfeld bevindt zich tussen sluizen 12 en 13 een slecht stuk kanaal van 8 kilometer. Doordat de oever in beroerde staat verkeert en gaten vertoont, is het waterpeil ruim veertig centimeter lager gezet om verdere afkalving en lekkage/dijkbreuk te voorkomen. Hierdoor schieten de waterplanten omhoog en wordt het een beetje ploeteren om erdoor te komen. In het midden staat naar schatting ruim 1.40m water. Is het toeval dat net hier de Voie Verte nog ontbreekt ?
In het Maas-gedeelte van het Canal des Ardennes, direct na het tunneltje van St-Aignan (tussen sluizen 4 en 3) doet zich een soortgelijk probleem voor, met een vergelijkbare verlaging van het waterpeil, maar daar ontbreken de waterplanten (nog).
Langs bijna het gehele Canal des Ardennes is sinds een jaar de "Voie Verte" officieel opgeleverd, een fietspad dat de oude jaagpaden volgt. Dit pad is direct een succes getuige de vele fietsers, joggers en wandelaars die je overal ziet opduiken. Het is duidelijk dat het kanaal hierdoor een opwaardering heeft gekregen waardoor de vaarweg, de oevers en de directe omgeving weer beter onderhouden worden. Dit lijkt ook een gunstige ontwikkeling voor de toekomstige bevaarbaarheid. Het fietspad heeft bovendien als voordeel dat je makkelijker op plekken afmeert en de fiets pakt om boodschappen te doen. Zoals hier bijvoorbeeld, even buiten Rethel, een stadje waar wij niet persé in het centrum hoeven te liggen. Goed peilen, paar paaltjes stevig in de grond. Klaar.
Beneden de sluizentrap bevindt zich de splitsing van het Canal des Ardennes en het doodlopende kanaal naar Vouziers, 12 km met vier sluizen waarvan dit de eerste is (sluis 4). Het kanaal is van belang geweest bij de wederopbouw van Vouziers, zowel na de eerste als de tweede wereldoorlog. Sinds het begin van dit millennium is het in onbruik geraakt en gesloten (locatie).
Langs het oude kanaal loopt een fraai fietspad (Voie Verte). Daarnaast een spoorlijntje met een tweetal stationnetjes. Eveneens buiten gebruik.
Het Canal de Vouziers en ook het vervolg van het Canal des Ardennes worden gevoed door de rivier de Aisne. In Vouziers staat bij sluis 1 deze prachtige korenwatermolen, later (stoom-)meelfabriek (minoterie). De Aisne wordt hier nog gestuwd met een ouderwetse Poirée naaldstuw (links). Na 1918 heeft de minoterie zijn functie verloren en diende het vooral als graanopslag (info). Vanaf de jaren '50 wordt het graan verzameld in grote silo's, waarvan er ook twee in Vouziers staan (meer info). Vanaf dat moment neemt de spitsenvaart een grote vlucht, evenals op de rest van het Canal des Ardennes. Met het grote aantal nieuwe silo's wordt de regio de graanschuur van Frankrijk.
De afdaling van de vallei van Montgon is fenomenaal. Met 27 sluizen in totaal tachtig meter naar beneden over een afstand van tien kilometer. Hooguit de sluizentrap van Fonséranes (Canal du Midi) is nog uitzonderlijker. Het stuk Canal des Ardennes van Pont-a-Bar tot Semuy (38km) behoort tot de allermooiste vaarwegen die we kennen. Met Neuville-Day als één van de mooiste afmeerplaatsen (locatie).
Op 12 juni 2018 is na hevig noodweer met veel neerslag sluis 21 ingestort. Doordat een beekje naast het kanaal was overgelopen in het kanaal is de grond rondom de sluis zodanig verzadigd geraakt dat er een grondverschuiving heeft plaats gevonden die de sluismuur en het bedieningshuisje hebben meegesleurd. Het heeft drie jaar geduurd voordat het Canal des Ardennes weer werd opengesteld. Meerdere sluizen zijn in die periode grondig gerenoveerd.
Het risico van verzadiging met water van de grond rondom de sluis is waarschijnlijk de reden dat alle sluizen van de sluizentrap direct na een opschutting weer naar beneden worden afgeschut. Tweehonderd jaar geleden werden sluismuren nog iets eenvoudiger geconstrueerd...
Het Canal des Ardennes wordt op verschillende manieren van water voorzien. Door het riviertje de Bar en op het scheidingspand (hoogste punt) door het stuwmeer van Bairon. En dat stuwmeer bevat nu al weinig water. Het is dan ook de vraag of het kanaal de hele zomer open zal kunnen blijven. De werking van het stuwmeer wordt op dit informatiebord van de VNF uitgelegd.
De scheiding tussen twee waterwegen wordt van oudsher gemarkeerd met een denneboom. De staat van deze boom moet maar niet al te symbolisch opgevat worden. Na eerst nog 7 sluizen omhoog volgt al snel de afdaling de Ardennen uit. Het kanaal is aangelegd tussen 1823 en 1831, is 88 kilometer lang en telt 44 sluizen.
Na Charleville-Mézières volgt al snel de afslag van de Maas naar het Canal des Ardennes (Pont-à-Bar). De mogelijkheden om een route uit te zetten in Frankrijk zijn de afgelopen jaren nogal beperkt geworden, zeker in de zomermaanden. Dat heeft vaak te maken met een combinatie van watergebrek, achterstallig onderhoud (baggeren/walbeschoeing) en mede hierdoor een explosieve groei van waterplanten. Vooral de kanalen waar vrijwel geen beroepsvaart meer komt slibben dicht. Met een diepgang van 1 meter 40 of meer, een grote waterverplaatsing of een open koelsysteem is het op die kanalen vragen om problemen.
Met name in het oosten van Frankrijk (Canal de la Meuse, Canal des Ardennes, Canal Marne au Rhin en Canal de Vosges) worden 's zomers regelmatig stremmingen voor onbepaalde tijd afgekondigd. En dat kan van het ene op het andere moment plaats vinden zo bleek de afgelopen weken weer. Sinds 22 mei is er bijvoorbeeld een stremming in het Canal de la Meuse ten noorden van Verdun vanwege een risico op kanaal(dijk)breuk (VNF bericht). Een manager van de VNF geeft aan dat de waterreserves voor het Canal des Voges (Canal de l'Est) door een droge winter zich nu al op het niveau van juli bevinden (bron). Het in 2021 heropende kanaal tussen de Samber en de Oise dat we in 2022 nog konden varen is nu langdurig beperkt door een paar kilometer waar slechts 80 centimeter water staat (VNF bericht). Ten zuiden van Parijs is het Canal du Centre voor langere tijd gesloten voor herstelwerkzaamheden (VNF bericht).
De waterwegbeheerder VNF wil de situatie nog wel eens te rooskleurig inschatten als het gaat om maximale diepgang en overlast door waterplanten. Toch is de NAVI-app van de VNF onmisbaar en vrij betrouwbaar wat betreft (acute) stremmingen. Als het gaat om daadwerkelijke diepgang en plantengroei is het raadzaam om mede-watergebruikers naar hun ervaringen te vragen.
Wij hebben vooral te maken met een stremming tot mogelijk 1 juli van het afsnijdingskanaal van de Marne bij Meaux vanwege reparatie van de stuw. Vandaar een omweg naar Parijs. Grote rivieren als de Oise, de Seine, de Yonne maar ook de Marne geven 's zomers doorgaans weinig problemen.
Opvarend leveren de 18 sluizen sinds Givet het nodige klauterwerk op. Een enkele keer pikt een toevallig aanwezige sluiswachter een touwtje op met een haak, maar meestal moet je zelf omhoog om voor en achter een lus om een bolder te leggen. Soms wordt er vrij ruig geschut en dan kun je maar beter goed vast liggen. Verhaalkommen zijn er nauwelijks of niet bruikbaar. De sluis van Mézières, één van de diepere, heeft tegenwoordig twee glijbuizen. De sluizen zijn allemaal extra diep zodat ze ook bij hoogwater gebruikt kunnen blijven worden.
De sluis van Mézières snijdt een flinke lus in de Maas af. Kennelijk ging dat eerder met een tunnel dwars door de citadel, die in 1890 grotendeels is gesloopt, onder meer voor een nieuw afsnijdingskanaaltje met een kleine stuw naast de sluis. Wat overbleef verdween achter de sluiswachterswoning. Nog weer later werden er flatgebouwen tegen de restanten aangebouwd. Een historische sandwich. De sluis lijkt grotendeels hetzelfde te zijn gebleven.
Zo te zien is er sinds 1995 geen extreem hoog water meer geweest. Wellicht scheelt het dat de waterafvoer inmiddels is verbeterd en sinds 2010 alle oude Poirée naaldstuwen in de Maas zijn vervangen door moderne varianten. In 2011 en 2015 kwamen we de oude stuwen nog regelmatig tegen in de Franse Maas.
Sommige lastige stukken Maas worden afgesneden met een kanaal, een zogenaamd lateraalkanaal. Dat begint opvarend meestal met een sluis en eindigt met een (hoogwater) keersluis. Naast het kanaal bevindt zich dan de rivier met daarin een stuw. Deze stukken kanaal kunnen makkelijk dichtslibben. Vlak na (boven) de sluis bevindt zich soms een overloop van het kanaal naar de lager gelegen rivier, zoals op de foto hieronder. Door deze overloop open te zetten kan men het kanaal doorspoelen. En dat levert een forse stroming op kwamen we achter.
Direct na de Franse grens wordt met het tunneltje van Ham een lus van acht kilometer in de Maas afgesneden. Het is één van de smallere tunnels in Frankrijk, er loopt geen jaagpad doorheen en er is geen verlichting. Direct voor en na de tunnel twee vrij diepe sluisjes met een verval van 3 meter 30. Hier zijn normaal gesproken sluiswachters aanwezig.
De doorvaarthoogte houdt niet over. Voor schepen met een stuurhut en een kruiplijn (hoogte) van 3 meter 50 verlaagt de sluiswachter op verzoek het waterpeil tussen beide sluizen met een halve meter. De diepgang van het schip zal dan niet veel meer dan 1 meter 40 mogen zijn (check!). Het verlaagde waterpeil is zichtbaar op de foto hierboven. Zelf voor verlichting zorgen!
Na de tunnel van Ham verandert het landschap van soms ruige rotsen in een zachtglooiende groene oase.
De 40 sluizen over de 200 kilometer tot Verdun zijn beduidend groter dan de gebruikelijke Franse sluizen met een spitsenmaat van 39m x 5.05m. Na Ham zet je de sluizen zelf in werking met een afstandbediening die je bij de eerste Franse sluis (Givet) in ontvangst neemt. Bij die gelegenheid kun je ook verzoeken om het waterpeil in de tunnel te verlagen (VHF10 of tel. +33 3 2442 0157).
Foto links: zelfde plek nu richting Frankrijk. Op de achtergrond de eerste Franse sluis (Les Quatre Cheminées), rechts op de foto de Belgische douanepost. Het bruggetje is de grens. Foto rechts: vanaf de weg was de functie van hetzelfde gebouwtje duidelijker.
De originele bebouwing is allemaal nog aanwezig maar je vaart of rijdt er aan voorbij zonder dat het echt opvalt dat het een grenspost is geweest.
Vanaf hier is de Gudrun buiten het bereik van MarineTraffic gevaren. Kennelijk zijn er geen vrijwilligers meer in de directe omgeving om het volgsysteem van GPS-data te voorzien. Prima. Dan liggen we voorlopig bij de sluis van Grands Malades in Namen.
Na een grote overstroming in 1926 zijn zo'n veertig pompstations gebouwd in Luik en omgeving. Door mijnbouw en grootschalige industrialisatie was de natuurlijke waterafvoer naar de Maas zodanig verstoord dat gekozen is voor deze oplossing. Veel van de pompstations zijn uitgevoerd in fraaie architectuur. De meesten zijn gemoderniseerd maar er is nog een behoorlijk aantal originele exemplaren bewaard gebleven. Razend interessant voor Urban Explorers en dat levert mooie plaatjes op.
Twee dagen met eigen huis als een vertrouwd eiland midden in de grote rivier terwijl de drukke stad om je heen raast.
Wilgenmat als basis voor het laatste stukje kanaaldijk. Het Julianakanaal is net heropend na de verbreding en verdieping van de vier kilometer tussen Born en Berg. Een imposante klus. Rijkswaterstaat heeft een hip filmpje gemaakt over het hoe en wat. Ook het opnieuw vullen van het kanaal trok de nodige aandacht. Overigens valt op dat het Julianakanaal tussen Stein en Geulle (zo'n zes kilometer) waarschijnlijk nog aangepakt moet worden. Achter een geladen zandbak liep de snelheid terug naar slechts zes kilometer per uur.
In de jaren dertig is het 35 kilometer lange Julianakanaal tussen Maastricht en Maasbracht aangelegd om een slecht bevaarbaar deel van de Maas af te snijden. Maasbracht krijgt aanvankelijk een belangrijke functie als overslagplaats van kolen. In 1939 wordt er een schippersbeurs gevestigd. Vanaf de jaren zestig neemt de winning van zand en grind langs de Maas een enorme vlucht.
Op 30 september 1944 worden alle 240 in Maasbracht aanwezige binnenvaartschepen door de nazi's opgeblazen (foto's). De kleine dorpsgemeenschap vangt de ruim duizend opvarenden op, dakloze schippersgezinnen (documentaire). In de jaren zestig worden de sluizen zeer fors vergroot en verlegd naar het westen (naar links op bovenstaande foto). De oude sluiskolk slibt dicht met uitgevaren schippers (foto jaren '70). Maasbracht is nog steeds één van de belangrijkste centra van de Nederlandse binnenvaart (vogelvlucht)
De spitsen Testudo en Veridis Quo gaan staalrollen laden in IJmuiden voor een reis naar Contrisson (Canal Marne au Rhin)
Fraai en vlot varen door de groene oase die de kanalen van Flevoland in vijftig jaar geworden zijn. Genoeg afmeermogelijkheden. Even een avond op bezoek bij de familie Douma-Goud en het geheel eigen scheepswereldje van Almere. Fijn weerzien met dank aan de gastvrijheid van buurman Harry.
Een uniek fenomeen, deze opblaasbare balgstuw tussen het Ketelmeer en het Zwartemeer. De werking is te zien in deze video.
.
Als je denkt dat je alle stremmingen goed hebt uitgezocht, blijkt bij Zwolle de Spooldersluis naar de IJssel net deze week voor langere tijd gestremd te zijn. Een dag omvaren dus. Er zijn alternatieve routes voor de IJssel waarbij je nauwelijks tegen de stroom op hoeft te varen en die meer vrijheid, afwisseling en afmeermogelijkheden bieden.
We moeten in ieder geval in Nijmegen zien uit te komen. Zowel de Maas (sluis Grave) als de Zuid-Willemsvaart (sluis 13 tussen Someren en Nederweert) zijn gestremd. Het Julianakanaal tussen Maasbracht en Maastricht zou na 1 mei weer beschikbaar moeten zijn.
Vanaf nu is het beter om te spreken van gewenste vaarroutes in plaats van geplande vaarroutes.
Het vertrekpunt van een nieuwe reis naar Frankrijk. We willen deze keer een andere route nemen richting Parijs. Tot dusver kozen we telkens de route over het IJsselmeer via Zeeland naar Gent of Antwerpen, nu is het idee om Vlaanderen eens over te slaan en via de grote rivieren richting de Ardennen te varen. Een route die we meestal terug richting Groningen volgen.
Het wordt zaak mogelijke stremmingen goed in de gaten te houden want er zijn talloze werkzaamheden in het zuiden van Nederland. Het kan zo maar zijn dat we alsnog een andere route kiezen.
Vanaf de jaren zestig is het gebied rond de kruising van het Eemskanaal en het nieuwe Winschoterdiep het centrum voor de scheepvaart in Groningen. In de jaren vijftig is besloten het Eemskanaal te verbreden van 35 naar 60 meter, daarvoor de Woonschepenhaven te halveren en vier nieuwe gemeentelijke havens aan te leggen: de Eemshaven (later Hunzehaven) en de drie Scandinavische havens. In 1955 opent Niestern een scheepswerf op de locatie waar nu de Praxis en de Groninger Motorboot Club zijn gevestigd. De werf is midden jaren tachtig verhuisd naar Farmsum (Delfzijl) en bestaat nog steeds onder de naam Niestern-Sander.
Bovenstaande foto uit 1961 is genomen richting Stad. Bij graanoverslag EMG-faktors wordt de silo uitgebreid. Helemaal links aan de overkant van het Eemskanaal is net te zien dat de Hunzehaven en de Deense haven in ontwikkeling zijn. Op de achtergrond wordt de inmiddels verdwenen elektriciteitscentrale aan het oude Winschoterdiep nog fors uitgebreid.
.
Scheepswerf Niestern richting het noorden met de oude Oostersluis en de toegang tot de driewegsluis naar het Damsterdiep.
.
In 1967 zijn de nieuwe gemeentelijke havens gereed en zijn de havenkranen uit de Oosterhaven verhuisd naar de Hunzehaven. Tot 1977 laat importeur Gremi de Lada's uit Rusland hier lossen. De auto's staan rechts op de kade. Helemaal links op de foto de Elisabeth W van de familie Bouland. Sinds 1990 is het overslagterrein in handen van handelsonderneming Ritsema. Over een jaar of tien zal de strook grond tussen de Hunze- en de Deense haven omgevormd worden tot Havenpark met een torenflat van 21 bouwlagen (nieuwbouwproject Stadshavens).
Deze foto geeft een goed overzicht van de nieuwe havens in Groningen eind jaren zestig. Van onder naar boven: Eemshaven (Hunzehaven), Hanzehaven (Deense Haven), Zweedse Haven, Finse Haven en de enkele Euvelgunnerbrug. Linksonder scheepswerf Niestern en daar schuin tegenover de Woonschepenhaven. De landtong op de voorgrond moet het nieuwe Havenpark gaan worden. De Deense haven (waar zes coasters zijn opgelegd) is in beeld als Havenkwartier.
Van alle bijzondere plekken in de stad Groningen om een tijdje af te meren zijn er niet veel meer over. Wellicht de mooiste plek was de klussenplaats voor woonschepen aan het Oude Winschoterdiep naast de Antwerpenbrug. Een kleine oase. In de periode 2014-2018 hebben we daar dan ook royaal gebruik van gemaakt. Met water en stroom groeide de locatie al snel uit tot een kleine enclave.
Zelf hebben we deze voorziening vooral daadwerkelijk als klussenplaats gebruikt. Eerst om de kop van de Gudrun te reconstrueren en later om het bolscheepje "de Verandering" tot op het casco te strippen en opnieuw op te bouwen.
In 2020 zijn de oude iepen gekapt of zeer drastisch gekortwiekt waardoor de plek de sfeer van een oorlogsgebied kreeg. In 2021 is hotelschip "Bellissima" afgemeerd om asielzoekers te huisvesten. De afspraak was voor 6 maanden. We zijn inmiddels 4 jaar verder...
.